Complimenten kun je, in deze context, zien als positieve opmerkingen die worden gegeven door ouders, trainers, leiders, scheidsrechters, toeschouwers en ook spelers kunnen aan elkaar complimenten geven.
Complimenten beïnvloeden het gedrag van iemand: enerzijds wil bijna iedereen wel erkenning en waardering krijgen en anderzijds verstevigt het compliment de onderlinge band.Zie ook verder.
Hier volgt een aantal richtlijnen of aanwijzingen waarmee je rekening kunt houden als je een compliment wilt geven.
1. De timing.
Het kiezen van het juiste moment is belangrijk. Je moet dus doorlopend observeren en attent zijn op bijzondere voorvallen. Soms is dat gemakkelijk: Stijn, Someren 12, scoort vanaf dertig meter en een aantal spelers reageert met ‘Lekker, Stijn!’. Verder is het van belang dat je ingesteld bent op het geven van complimenten, een vorm van een positieve grondhouding dus.
2. De frequentie.
Zorg voor een verdeling of een verspreiding binnen een bepaalde tijd, bijvoorbeeld een training of een wedstrijd.
Groepscomplimenten die aan het begin van een activiteit worden gegeven hebben een extra waarde; sfeerbevorderend, stimulerend en motiverend. Geef complimenten op voorspelbare momenten, bijvoorbeeld na afloop van een moeilijke oefening of na een uitstekende warming-up.
3. De ontvangers.
Je kunt complimenten geven aan individuen, aan groepjes en aan de gehele groep. Bij jongere spelers kun je je taalgebruik aanpassen, woorden eventueel herhalen en de bekende duim opsteken. Pubers hebben meestal geen behoefte aan complimenten die in het bijzijn van anderen worden gegeven; ze willen niet gezien worden als een vriendje van, bijvoorbeeld, de trainer.Je kunt dan een compliment achteraf geven, als je alleen met een speler bent.
Je kunt ook bewust complimenten met een stemverheffing geven zodat iedereen het kan horen; je zet dan iemand even in de picture en hoopt dat het gedrag nagedaan wordt. In een ‘gezond’ team vindt men de waardering fijn en in een ‘minder gezond’ team kan het jaloezie oproepen. Als je zélf een compliment ontvangt moet je dat laten doordringen en vooral niet afzwakken of belachelijk maken. Je kunt de gever dan natuurlijk ook bedanken.
4. De richting van het compliment.
Richt je op gemaakte keuzes en op behaalde resultaten. ‘Loes, je hebt een prachtige steekbal gegeven en daardoor ……’.
Richt je ook op processen of deelprocessen. ‘Lex en Teun, jullie wisselingen waren, tactisch gezien, een meesterzet!’.
Richt je ook op ontwikkelingen: langere termijnveranderingen. ‘Kelly, je hebt met veel doorzettingsvermogen gewerkt en dat is een groot verschil met het vorige jaar want toen had je de gewoonte om…’.
Doorzettingsvermogen kan hier ook worden gezien als een attitude en daar hoort vooral waardering bij. Geef complimenten voor verschillend gedrag en voor verschillende prestaties. Bijvoorbeeld voor het insmeren van de benen op een kunstgrasveld, voor het ingooien naar iemand die niet tegen de zon in kijkt en voor het op tijd dichtklappen van een buitenspelval.
En Badoe, een vluchteling uit Syrië, krijgt een compliment voor de keuze van zijn nieuwe schoenen.Eenvoudige woorden en het bekende duimpje voor de duidelijkheid.
5. De manieren van complimenteren: non verbaal en verbaal, schriftelijk en materieel.
Zorg voor variatie in de verschillende manieren en/of ga uit van voorkeuren. Door een duim op te steken (een gebaar dat nonverbaal is) kan men een grote afstand bereiken.
Door de complimenten te verwoorden, in het bijzijn van iedereen, kan men onder andere de onderlinge band verstevigen.
Door geloofwaardige complimenten in een wedstrijdverslag of in een app aan te kaarten kunnen meer mensen die complimenten lezen en mogelijk worden ze ook bewaard.
En door na afloop van een wedstrijd een rondje te geven kan de trainer of leider op een materiele wijze zijn of haar goedkeuring laten blijken.
De verbale en non verbale uitingen kunnen immers snel weer uit het geheugen verdwijnen.
6. Informatief.
Zorg ervoor dat het compliment informatief is en geef dus uitleg (Zie ook boven). Het compliment kan betrekking hebben op een vooraf gesteld doel of een voornemen.
‘Jolanda, zie je wel dat je het kunt en dat lukt vooral omdat je zélf…’.
Iets kan ook ter plekke goed lukken, zonder voornemen.
‘Brent, je regelde de buitenspelval uitstekend door de kijken naar de bewegingen van de tegenstander’.
Nogal eens wordt er een vergelijking gemaakt met een vorig niveau en het huidige niveau is dan hoger en min of meer verrassend.
In een aantal situaties kan gewerkt worden met deze volgorde: eerst de voornaam noemen (de zogenaamde appèlwaarde), daarna het compliment concreet benoemen, daarna uitleg geven en die begint met een voegwoord (want of omdat) en daarna letten op de ontvanger of je mening ‘onderzoeken’ (‘Wie vindt dat ook?’ of ‘Wat vind je er zélf van?’).
7. Op maat.
Er zijn spelers die meer behoefte aan een compliment hebben of er meer gevoelig voor zijn en daar kun je rekening mee houden. Bijvoorbeeld de verlegen nieuwkomer, het spelertje dat wat faalangstig is en vaak kritiek krijgt en het elftal dat negen keer achtereen verliest.
Wees je ervan bewust dat complimenten alleen werken als ze oprecht worden gegeven.
Ga voor jezelf na welke complimenten en in welke vorm het meest effectief zijn en vergeet niet om jezelf regelmatig te complimenteren.
Namens de Commissie Normen en Waarden.
Henk Manders.